Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden
Signalen
Richtingaanwijzer
- Op autosnelwegen op circa 300 meter voor de uitrijstrook
- Op autowegen op circa 150 meter voor de uitrijstrook of afslag
- Op wegen buiten de bebouwde kom en op 70 km/u-wegen binnen de bebouwde kom:
- Op circa 200 meter voor het kruispunt
- Op circa 150 meter voor het kruispunt als er geen uitrijstrook of voorsorteervak aanwezig is.
- Op 50 km/u wegen binnen de bebouwde kom:
- Op circa 100 meter voor het kruispunt
- Op circa 50 meter voor het kruispunt als er een uitrijstrook of voorsorteervak aanwezig is
- In woonstraten op circa 50 meter voor het kruispunt
Remlichten
Rempedaal licht aanraken vorodat je daadwerkelijk remt
- Remlichten gaan dan even aan
Geluds- of lichtsignaal
Mag om dreigend gevaar af te wenden
- Mag niet met inhalen
- Mag niet om een bekende te begroeten
Alarmlichten
Gebruiken als je:
- Stilstaat op een plaats waar je niet mag staan en je pech hebt
- Stilstaat op een plaats waar je slecht zichtbaar bent
- Op een file stuit
Geel waarschuwingslicht
- Langzaam rijdend zwaar transport
- Buitengewoon breed voertuig
- Gevaar door bergingswerkzaamheden of verkeersongeval
- Bepaalde werkzaamheden
- Maaien van bermen
- Gladheidsbestrijding
- Lijnen trekken
- Etc.
Rijden met licht

Gekleurde autolampen
Mag alleen wit of geel stralen
Dimlicht
- Als de weg gedeeltelijk oner een laaghangend bladerdek verscholen ligt
- Als tegemoetkomende verker je moeilijk kan zien, omdat je een laagstaande zon in de rug hebt
Dagrijlicht
- Bedoeld om overdag beter zichtbaar te zijn
- Mag niet samen met andere lichten aan
- Gaat vaak automatisch uit in dit geval
Groot licht
Gebruik is verboden:
- Overdag
- Als de andere weggebruiker je tegemoet komt
- Ook voetgangers en fietsers
- Als je op korte afstand een ander voertuig volgt
Verblind worden
- Als je verblind wordt eventueel snelheid aanpassen of stoppen
- Tegenligger signalen
- Probeer ergens anders te kijken dan de koplampen
Aandachtspunten in het donker
- In het donker zie je alles een fractie later
- Ook met goede verlichting
- Wees extra bedacht op voetgangers
- Van een goed verlichte weg naar slecht verlichte weg -> Ogen moeten wennen
- Tijdens regen of bij een nat wegdek reflecteert licht van je koplampen
- Teveel afleidende verlichting zorgt voor missen van borden
- Afstand en snelheid moeilijker in te schatten
- Bermpaaltjes en kantlijnen zijn in het donker een handig orientatiemiddel
- Rode bermpaaltjes staan rechts
- Witte berm paaltjes staan links
Verlichting tijdens stilstaan
- Licht inschakelen
- Ook overdag als je slecht zichtbaar bent
- Ook aanhangwagens
- Ook op een slecht verlichte parkeerhaven
Aquaplaning
Je rijdt op het water ipv op de weg
- Bijna niet te sturen en te remmen
Voorkomen door:
- Aangepaste snelheid
- Banden met een goed profiel
- Juiste bandenspanning
Stoppen door:
- Gas los
- Rem niet
- Sturen in richting waar je heen wilt
Zijwind
- Kan zo je auto een meter opzij blazen
- Motor constant trekeknd houden
- Naar lagere versnelling schakelen
- Aangepaste snelheid
Riciso op zijwind is het grootst:
- Op bruggen en viaducten
- Daar waar een geluidswal ophoudt
- Bij het inhalen van een vrachtauto
- In een gebied met veel afwisseling in het landschap
Rijden in mist
Ontstaat als warme, vochtige lucht over een koud aardoppervlak stroomt
- Vaakst in najaar en vroege voorjaar
- Veel in:
- Polders
- De buurt van riviren
- Lager gelegen veen-gebieden
Risicos
Bij zeer dichte mist (zicht minder dan 50 meter):
- Volgafstand vergroten
- Snelheid aanpassen
- Niet inhalen
- Mistlicht aan de voorkant ontsteken
- Eventueel mistachterlicht ontsteken
- De kantlijn gebruiken als leidraad
- 30 meter zicht = niet harder dan 30 km/u
3 seconden rijafstand
In mist 3 seconden afstand houden
Rechterrijstrook volgen
Bij nood kan je direct de vluchtstrook op
50 meter achterzijde
Bij meer dan 50 meter zicht zijn mistlampen achter verboden
200 meter voorzijde
Bij meer dan 200 meter zicht zijn mistlampen voor verboden
Rijden op besneeuwd of beijzeld wegdek
Sneeuwvrij
Auto sneeuwvrij maken. Het volgende moet zichtbaar zijn:
- Ramen
- Lampen
- Spiegels
- Dak
- Kentekenplaten
Winterbanden
- Niet verplicht in Nederland
- Zachter dan zomerbanden
- Zomerbanden worden onder 7 graden al hard. Winterbanden blijven flexibel
- Niet in de zomer gebruiken
- Contactoppervlakte groter
- Slijt aanzienlijk sneller
- Meer brandstofverbruik
Sneeuwkettingen
Onder alle omstandigheden verboden